|
"Financi\u00eble Algebra 5A": HTML5 Crossword |
Across2. bedrag waarmee de huurder op het einde van de huurovereenkomst het gehuurde goed kan verwerven. (10)
4. financiële vergoeding voor het beleggen of het lenen van een kapitaal. (0,7)
6. bij een kapitaal uitgezet op …, blijft de jaarlijkse intrest onveranderd. (0,12,7)
9. kapitaal vermeerderd met de intrest. (12)
10. een leasebedrijf zal meestal in samenwerking met een financiële instelling, een goed aankopen met het inzicht het te verhuren tegen een periodiek te betalen huurprijs. (17)
11. belasting op intrest die wordt gestort aan de schatkist. (8,11)
13. belasting die betaalt moet worden op de intrest die je trekt bij een kasbon of een termijnrekening. (8,11)
14. intrest op een positief saldo. (0,11)
15. Lening met constante … : lening waarbij de periodieke terugbetalingen niet gelijk zijn maar bestaan uit een vast gedeelte kapitaal vermeerderd met de intrest. (0,17)
17. tabel bij een hypothecair krediet waarin voor elke termijn het kapitaaldeel en het rentedeel is berekend. (14,0)
18. waarde van een annuïteit op de einddatum. (10)
19. kapitaal waarop de intrest berekend wordt. (13,0)
|
|
Down1. intrest op een negatief saldo. (0,10)
3. vaste bedrag van elke betaling bij een annuïteit. (7)
5. rentevoeten waarbij de eindwaarden van een kapitaal uitgezet op samengestelde intrest na één jaar gelijk zijn. (0,14,11)
7. Lening met constante … : lening waarbij de periodieke terugbetalingen gelijk zijn. (0,7)
8. jaarlijkse rentevoet waarin alle intresten en kosten van het consumentenkrediet begrepen zijn. (0,3)
12. dagen waarop een kapitaal intrest opbrengt. (10)
15. elk bedrag (gespaard of geleend) waarop intrest berekend wordt. (0,8)
16. waarde van een annuïteit op de begindatum. (0,14)
|
new
edit
share
pdf:puzzle
pdf:answers
Create an editable copy
ACROSS
2. bedrag waarmee de huurder op het einde van de huurovereenkomst het gehuurde goed kan verwerven. (10)
4. financiële vergoeding voor het beleggen of het lenen van een kapitaal. (0,7)
6. bij een kapitaal uitgezet op …, blijft de jaarlijkse intrest onveranderd. (0,12,7)
9. kapitaal vermeerderd met de intrest. (12)
10. een leasebedrijf zal meestal in samenwerking met een financiële instelling, een goed aankopen met het inzicht het te verhuren tegen een periodiek te betalen huurprijs. (17)
11. belasting op intrest die wordt gestort aan de schatkist. (8,11)
13. belasting die betaalt moet worden op de intrest die je trekt bij een kasbon of een termijnrekening. (8,11)
14. intrest op een positief saldo. (0,11)
15. Lening met constante … : lening waarbij de periodieke terugbetalingen niet gelijk zijn maar bestaan uit een vast gedeelte kapitaal vermeerderd met de intrest. (0,17)
17. tabel bij een hypothecair krediet waarin voor elke termijn het kapitaaldeel en het rentedeel is berekend. (14,0)
18. waarde van een annuïteit op de einddatum. (10)
19. kapitaal waarop de intrest berekend wordt. (13,0)
DOWN
1. intrest op een negatief saldo. (0,10)
3. vaste bedrag van elke betaling bij een annuïteit. (7)
5. rentevoeten waarbij de eindwaarden van een kapitaal uitgezet op samengestelde intrest na één jaar gelijk zijn. (0,14,11)
7. Lening met constante … : lening waarbij de periodieke terugbetalingen gelijk zijn. (0,7)
8. jaarlijkse rentevoet waarin alle intresten en kosten van het consumentenkrediet begrepen zijn. (0,3)
12. dagen waarop een kapitaal intrest opbrengt. (10)
15. elk bedrag (gespaard of geleend) waarop intrest berekend wordt. (0,8)
16. waarde van een annuïteit op de begindatum. (0,14)

|